zondag, december 24, 2006

Reestdal: Landgoed Dickninge

Samen met Julia afgelopen zaterdag een wandeling gemaakt over Landgoed Dickninge in De Wijk (gemeente De Wolden). Het landgoed is nog steeds privé eigendom. De omgeving van Dickninge (het Reestdal: http://www.hetreestdal.nl/) kent de nodige sagen en legenden, zie ook: http://www.mysteriesvanhetreestdal.nl.

Dickninge
Rond 1140 schijnt er op Dickninge al een klooster gestaan te hebben. Het klooster van Dickninge heeft veel mee gemaakt. Het is vaak geplunderd. De kloosterlingen vluchtten dan naar Hasselt of Zwolle. Dickninge was een dubbelklooster, het was eigenlijk gelegen in Ruinen. Maar Ruinen werd te druk, de kloosterlingen hadden behoefte aan rust en ruimte en daarom vroegen ze aan de bisschop van Utrecht of ze konden worden overgeplaatst Officieel gebeurde dit in 1325. Het klooster Dickninge heeft jaren bestaan. Het heeft ook mooie dingen achtergelaten. Een kloostertuin met een hele mooie flora. Deze flora wordt ook wel stinzenflora genoemd. Stins betekent stenen huis. Mensen die vroeger een stenen huis hadden waren rijk. Ze wilden vaak andere planten in de tuin hebben dan de doorsneeburger. Men haalde dan planten uit Zuid-Europa, het waren vaak bolgewassen die dan in de tuin werden geplant. De kloosterlingen deden dat ook, alleen ging het ze niet om de bloemen, maar om de medicijnen die ze er van wilden maken.
Zo wordt de holwortel ook wel kloosterkruid genoemd. De holwortel is een plant waar Dickninge bekend van is. Hier staat de grootste populatie holwortels van het hele land, maar er staat ook adderwortel, daslook, aronskelk,muskuskruid en nog veel meer planten waar je zo aan voorbij loopt als je ze niet kent.
Het klooster heeft tot in de 18de eeuw zijn stempel op het Reestdal gedrukt. In 1783 stond de toren van Dickninge er nog. Die is door de bliksem getroffen. De kapel raakte steeds meer in verval en de laatste kloosterlingen vertrokken richting Hasselt. In 1796 werden restanten van het klooster verkocht aan de baron de Vos van Steenwijk. Die heeft alles opgeruimd en in 1813 het gebouw neergezet, dat er nu nog staat. Het enige dat er nog van het klooster is overgebleven is de ijskelder. Die is nu helemaal gerestaureerd en zit nu vol met vleermuizen.

Het huis Dickninge is verbouwd en er zijn vier appartementen in gemaakt. Nu is het landgoed van mevrouw Roëll. Zij woont in het tolhuisje aan de rand van het landgoed.
Landgoed Dickninge heeft tussen het landhuis en het tolhuis een hele mooie grote es. En aan één van de lanen staat nog een prachtige monumentale boerderij.
Tot 1960 is er op het landgoed nog tol geheven. Jan Stapel was er toen tolgaarder. De weg die over Dickninge loopt was een particuliere weg. Als je van Halfweg kwam kon je voor het tolhuis linksaf, de oude Staphorsterweg op, maar je kon ook over het landgoed. Je moest dan wel tol betalen. Achter het ziekenhuis van Meppel aan de Reggersweg was ook een tolhuis.
Aan de gevel is het tolbord nog te zien. De weg over Dickninge was een deel van de route naar Ruinen. De postkoets ging er ook langs. Halfweg lag tussen Zwolle en Ruinen en dat was dus halfweg de route. Bij het Vergulde Ros werden de paarden gewisseld of ze hielden er even rust.

0 kattebellen: